Kringloop van water

Hoe ontstaat de kringloop van water?

Het water dat we drinken, het kraantjeswater, het water waarmee we wassen en plassen... dat water heeft een hele reis achter de rug. Dat zie je niet, maar het is zo.

Als het regent, valt de regen in vijvers, beken, rivieren, kanalen en op de grond. Een deel van het water dringt in de grond, dat is het grondwater. Boven de grond stroomt het water langs rivieren naar de zee.

De zon is de motor. Ze verwarmt niet alleen het strand en de badgasten. De zon verwarmt ook het water in de zee, vijvers, rivieren, planten en in de grond. Dat water kan er niet zo goed tegen. Het water verdampt door de warmte van de zon. De waterdamp in de warme lucht gaat stijgen. Hoog in de lucht, waar het koud is, koelt waterdamp af en wordt terug water.

Wolken! Een buitenkans voor de wind. Want die jaagt de wolken veelal naar het land.

In de wolken zitten waterdruppels, sneeuwvlokjes en ijskristallen. Wanneer de waterdruppels heel groot en zwaar zijn, vallen ze naar beneden als regen, hagel of sneeuw. Die valt, sijpelt in de bodem en voedt de waterlagen en waterbronnen. Een ander deel van het water stroomt over het land en komt in beken en rivieren terecht. Die voeren het weer naar zee. En daar kan alles opnieuw beginnen...

Bekijk zeker eens het filmpje waarin de waterkringloop wordt uitgelegd.